Dit is een studie naar het ethisch-religieuze denken van Soren Kierkegaard (1813-1855) aan de hand van de vraag naar de (im)morele betekenis van ironie. Ironie is voor Kierkegaard meer dan een stijlfiguur, een talig instrument ter lering en vermaak; ze duidt op een levenshouding, een existentiele dispositie waarbij het wezenlijke van de mens, zijn vrijheid als morele opgave, als voltrekking van de levensbestemming in het geding is. Deze betekenis...
Related Subjects
Philosophy